Een interview met Jeremy Anagnos, portefeuillebeheerder van Nordea’s Global Listed Infrastructure-strategie
Het coronavirus, handelsoorlogen, verkiezingen… de markt van vandaag lijkt continu in beweging te zijn. Portefeuillebeheerder Jeremy Anagnos praat over een strategie die de storm doorstaat dankzij een langetermijnvisie.- Covid-19 deelt op de markten rake klappen uit. Op welke manier beïnvloeden dergelijke actuele gebeurtenissen uw strategie?
- Op welke sectoren richt u zich vooral wanneer u posities voor uw strategie selecteert?
Wij willen ons vooral richten op sectoren en subsectoren waar de reglementering investeringen stimuleert, met stabiele of verbeterende fundamentals en aantrekkelijke, voor risico gecorrigeerde waarderingen. Veel thema’s waarin wij vandaag beleggen zijn internationale thema’s, zoals de overgang naar een koolstofarme economie en de nood aan investeringen in schone energie, evenals de groei van data en de vraag naar communicatie-infrastructuur.
- Kijkt u in uw selectieproces naar specifieke regio’s of landen?
De sectorallocatie levert een bijdrage van 20% aan onze relatieve outperformance en is dus in sterke mate bepalend voor de prestatie van onze strategie op lange termijn. De landenselectie is minder belangrijk, aangezien de sectorale blootstelling die wij beogen niet in alle landen beschikbaar is. De infrastructuurmarkt bestaat uit vier hoofdsectoren (transport, nutsvoorzieningen, communicatie en midstreaminfrastructuur), elk onderverdeeld in meerdere subsectoren.
- Wat is de laatste verandering die u in de sectorallocatie van uw fonds hebt aangebracht? En waarom?
Het afgelopen jaar hebben we onze positie in communicatie-infrastructuur en nutsbedrijven die investeren in hernieuwbare energie opgevoerd. Door deze beleggingen is onze blootstelling aan de VS en aan bepaalde delen van Europa toegenomen. De wereldwijde ambitie om tegen 2050 volledig koolstofneutraal te zijn is alleen mogelijk als de wereld voor zijn stroomvoorziening veel minder afhankelijk wordt van kolengestookte elektriciteitscentrales. Nutsbedrijven geven hier het goede voorbeeld met hun investeringen in activa voor hernieuwbare energieopwekking, batterijopslag, slimme meters en modernisering van het transmissienet en het stroomnet in het algemeen. Dat zijn investeringen van gemakkelijk tien jaar.
Communicatiebedrijven leveren de infrastructuur – masten, glasvezelnetwerken en datacenters – om de snelle groei in datatransmissie, -verwerking en -opslag mogelijk te maken. De grootste communicatie-infrastructuurbedrijven bevinden zich in de VS, maar we beleggen ook in bedrijven die actief zijn in Europa en Azië.
- Welke landen en welke regio’s vertonen op dit moment potentieel?
Beleggen in infrastructuur vereist een langetermijnvisie. De activa hebben een lange gebruiksduur, het duurt jaren om activa te ontwikkelen en de thema’s die bepalend zijn voor de groei van de activa worden veeleer in decennia uitgedrukt dan in maanden. Wij zijn van oordeel dat onze beleggingen van vandaag duurzaam stand kunnen houden.
- Hebt u posities in bepaalde landen of sectoren dit u dit jaar zult terugschroeven?
De factoren die op lange termijn bepalend zijn voor het succes van infrastructuuractiva worden niet echt getroffen door macro-economische gebeurtenissen. De vergrijzing, het wereldwijde streven naar een koolstofarme economie en de groei van data zijn echter seculaire trends, en onze prognoses voor bedrijven die hierop inzetten zijn niet gewijzigd.
Er zijn sectoren die in grotere mate zijn blootgesteld aan vraagtendensen op korte termijn, vooral de transportsector en de midstreamsector. De luchtvaart en het treinverkeer voor passagiers zijn volgens ons de subsectoren met de grootste blootstelling. Midstream is enigszins blootgesteld aan dergelijke trends, maar gezien de langlopende contracten is de impact veelal toe te schrijven aan sentiment over onze participaties.
We hebben onze blootstelling aan enkele van de meer kwetsbare sectoren verlaagd. Globaal genomen beschouwen we de uitverkoop in februari en maart van kerninfrastructuuractiva met een lange gebruiksduur en seculaire vraag- en groeitendensen als overdreven. Door de daling van de obligatierentes wordt infrastructuur in vergelijking met obligaties met een Baa-rating verhandeld op zijn goedkoopste niveau van de laatste tien jaar. Door de essentiële kenmerken van infrastructuur zouden de rendementen moeten verbeteren naarmate het economische klimaat de komende maanden blijft verslechteren.
Infrastructuuractiva zijn essentieel en een onderdeel van ons dagelijks leven: we draaien de kraan open om onze tanden te poetsen, we doen ‘s avonds het licht aan, we gebruiken onze smartphone en we rijden naar het werk. Bovendien hebben ze een lange gebruiksduur – zo’n 30-120 jaar – zijn ze doorgaans monopolistisch, zijn de rendementen gereglementeerd of vallen ze onder langdurige contracten. In het algemeen betekent dat dat de vraag naar infrastructuuractiva relatief inelastisch is. Macro-economische factoren hebben gewoonlijk geen blijvende impact op het kasstroomprofiel van de activa op lange termijn.